In overeenstemming met de Europese Verordening (EU) 2019/2088 betreffende duurzaamheidsinformatie in de financiële sector (Sustainable Finance Disclosure Regulation, “SFDR”) publiceert GroenVermogen op deze pagina de vereiste informatie over haar beleggingsfondsen.
De SFDR heeft tot doel beleggers inzicht te geven in de manier waarop duurzaamheidsrisico’s worden geïntegreerd in het beleggingsproces en hoe financiële producten milieu- en/of sociale kenmerken bevorderen of een duurzaam beleggingsdoel nastreven.
Deze pagina bevat verwijzingen naar de precontractuele informatie, beleidsdocumenten en – zodra beschikbaar – periodieke rapportages die betrekking hebben op de GroenVermogen-fondsen.
Over de SFDR-classificatie
De Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR) maakt onderscheid tussen drie hoofdcategorieën beleggingsfondsen:
-
Artikel 6 – Fondsen die duurzaamheidsrisico’s integreren in hun beleggingsbeslissingen, maar geen specifieke duurzaamheidskenmerken of -doelstellingen bevorderen.
-
Artikel 8 – Fondsen die milieu- en/of sociale kenmerken bevorderen, mits de ondernemingen waarin wordt belegd ook praktijken van goed bestuur volgen (“lichtgroene fondsen”).
-
Artikel 9 – Fondsen die een expliciet duurzaam beleggingsdoel nastreven, zoals het reduceren van CO₂-uitstoot of het herstellen van ecosystemen (“donkergroene fondsen”).
De exacte SFDR-classificatie en daarmee samenhangende informatie per fonds is vastgelegd in de relevante informatie- en/of prospectusdocumentatie en de bijbehorende SFDR-bijlagen.
Onze fondsen en SFDR-indeling
GroenVermogen Duurzaam Aandelenfonds
(momenteel Artikel 6 SFDR – voorbereidend op Artikel 8)
Het GroenVermogen Duurzaam Aandelenfonds integreert duurzaamheidsrisico’s in het beleggingsproces, maar heeft op dit moment nog geen duurzaam beleggingsdoelstelling zoals bedoeld in Artikel 9 SFDR. Het fonds kwalificeert momenteel als Artikel 6 SFDR-product.
Het fonds belegt in beursgenoteerde ondernemingen binnen de duurzame en circulaire economie, waaronder sectoren als duurzame bosbouw, regeneratieve landbouw, circulaire materialen, waterbeheer en schone energie. Duurzaamheidsaspecten spelen een rol in de selectie van ondernemingen, zonder dat er formeel sprake is van een Artikel 8- of Artikel 9-doelstelling.
De fondsbeheerder werkt aan een uitbreiding van het duurzaamheidskader met het oog op een toekomstige herclassificatie naar Artikel 8 SFDR, zodat het fonds milieu- en sociale kenmerken actief kan bevorderen binnen een duidelijk gedefinieerd raamwerk.
GroenVermogen Duurzaam Projectenfonds
(Artikel 9 SFDR – duurzaam beleggingsdoel)
Het GroenVermogen Duurzaam Projectenfonds kwalificeert als een Artikel 9 SFDR-product en heeft als duurzaam beleggingsdoel het realiseren van meetbare klimaat- en biodiversiteitsimpact door middel van grootschalige herbebossing, ecosysteemherstel en CO₂-reductieprojecten.
Het fonds investeert niet rechtstreeks in projecten, maar verstrekt vooruitbetalingen (prepayments) voor toekomstige carbon credits via langlopende contracten met projectontwikkelaars. Deze projecten omvatten onder andere:
-
afforestatie- en herbebossingsprojecten;
-
ecosysteemherstel en natuurbeheer;
-
verbeterde kookoplossingen (clean cookstoves);
-
kleinschalige hernieuwbare-energie- en energie-efficiëntie-programma’s.
De duurzame beleggingen van het fonds dragen bij aan milieudoelstellingen zoals:
-
beperking van klimaatverandering (klimaatmitigatie);
-
versterking van klimaatbestendigheid (klimaatadaptatie);
-
bescherming en herstel van biodiversiteit en ecosystemen.
Deze doelstellingen sluiten inhoudelijk aan bij de milieudoelstellingen van de EU-Taxonomie, maar de huidige beleggingen worden niet als Taxonomie-aligned geclassificeerd. In de SFDR-documentatie van het fonds wordt een Taxonomie-aandeel van 0% gerapporteerd, omdat de betreffende projectcategorieën (nog) niet onder de technische screeningscriteria van de EU-Taxonomie vallen.
De onderliggende projecten worden gevalideerd en geverifieerd onder internationaal erkende certificeringsstandaarden, zoals Verra VCS en Gold Standard, waarbij onafhankelijke validation/verification bodies (VVB’s) de CO₂-reducties of -verwijderingen en relevante milieu-indicatoren beoordelen. De resultaten worden periodiek gerapporteerd aan investeerders aan de hand van onder andere:
-
tonnen CO₂ die zijn gereduceerd of verwijderd;
-
hectares land die zijn hersteld, herbebost of beschermd;
-
verbeteringen in biodiversiteit en ecosysteemconditie.
Sociale co-benefits (zoals lokale werkgelegenheid en toegang tot schonere kooktechnologie) worden, waar beschikbaar, gemonitord, maar het fonds wordt niet geclassificeerd als een product met een afzonderlijk sociaal beleggingsdoel.
Voor volledige details wordt verwezen naar het Informatie Memorandum en de SFDR-Annex (Artikel 9 precontractuele informatie) van het GroenVermogen Duurzaam Projectenfonds.
Beleidsinformatie voor alle GroenVermogen-fondsen
Integratie van duurzaamheidsrisico’s
De fondsbeheerder integreert duurzaamheidsrisico’s in het beleggingsproces, zij het op verschillende manieren per fonds, afhankelijk van de strategie en SFDR-classificatie. Duurzaamheidsrisico’s zijn gebeurtenissen of omstandigheden op milieu-, sociaal of governancegebied die, indien zij zich voordoen, een materieel negatief effect kunnen hebben op de waarde van een investering.
In algemene zin omvat dit onder meer:
-
ESG-due-diligence bij (voor het Projectenfonds:) iedere projectontwikkelaar en elk project;
-
toepassing van uitsluitingscriteria voor controversiële sectoren of activiteiten;
-
monitoring van relevante milieu-, sociale en governance-risico’s gedurende de looptijd van beleggingen;
-
periodieke herbeoordeling van de materialiteit van duurzaamheidsrisico’s.
De concrete toepassing van deze processen wordt per fonds toegelicht in het desbetreffende Informatie Memorandum en de SFDR-documentatie.
Belangrijkste ongunstige effecten (PAI – Principal Adverse Impacts)
GroenVermogen beoogt, waar relevant en voor zover redelijkerwijs mogelijk, rekening te houden met de belangrijkste ongunstige effecten van beleggingsbeslissingen op duurzaamheidsfactoren (“PAI’s”), in lijn met Artikel 4 en 7 SFDR en Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/1288.
De meest relevante PAI-indicatoren hebben betrekking op onder andere:
-
uitstoot van broeikasgassen;
-
effecten op biodiversiteit en landgebruik;
-
watergebruik en emissies naar water;
-
afvalbeheer;
-
arbeidsomstandigheden en mensenrechten.
De manier waarop PAI’s worden meegenomen kan per fonds verschillen. Voor het GroenVermogen Duurzaam Projectenfonds is dit nader uitgewerkt in de SFDR-Annex bij het Informatie Memorandum. Een PAI-verklaring op entiteits- en/of productniveau wordt jaarlijks gepubliceerd zodra beschikbaar.
Good-governancebeleid
De beheerder verwacht dat ondernemingen en projectontwikkelaars waarmee wordt samengewerkt voldoen aan beginselen van goed bestuur, waaronder:
-
solide en transparante managementstructuren;
-
eerlijke en veilige arbeidsomstandigheden;
-
een verantwoord en evenwichtig beloningsbeleid;
-
fiscale integriteit en naleving van anti-corruptiewetgeving.
Bij het Projectenfonds wordt good governance onder meer beoordeeld via due-diligence-onderzoek en de sociale en governance-criteria die zijn ingebed in certificeringsstandaarden zoals Verra VCS en Gold Standard.
Duurzaamheidskenmerken en impactmeting
De duurzaamheidskenmerken van de GroenVermogen-fondsen worden beoordeeld aan de hand van kwantitatieve indicatoren. Voor het GroenVermogen Duurzaam Projectenfonds ligt de nadruk op milieu-indicatoren, waaronder:
-
tonnen CO₂ gereduceerd of verwijderd;
-
hectares bos of natuur hersteld of beschermd;
-
relevante biodiversiteitsindicatoren (bijvoorbeeld soortenrijkdom, vegetatieherstel).
Waar mogelijk worden aanvullende indicatoren meegenomen, zoals:
-
waterbesparing of verbeterde waterkwaliteit;
-
sociale co-benefits (bijvoorbeeld lokale werkgelegenheid, gender-inclusie, inkomensgroei).
Voor het Projectenfonds worden de kernindicatoren voor CO₂-impact en landherstel onafhankelijk geverifieerd via de betreffende certificeringsstandaarden en validation/verification bodies. Voor andere fondsen kan – waar beschikbaar – gebruik worden gemaakt van externe ESG-data en rapportages.
De resultaten en methodieken worden toegelicht in het jaarlijkse duurzaamheidsverslag en de fonds-specifieke rapportages.
Transparantie en rapportage
In overeenstemming met de artikelen 10 en 11 SFDR publiceert GroenVermogen, voor zover van toepassing per fonds:
-
een jaarlijks duurzaamheids- of impactrapport met kwantitatieve resultaten;
-
een PAI-verklaring (entiteits- en/of productniveau);
-
aanvullende impactrapportages of assurance-verklaringen van onafhankelijke partijen, indien beschikbaar.
Zodra deze documenten beschikbaar zijn, worden zij op deze pagina en/of op de afzonderlijke fondspagina’s beschikbaar gesteld voor download.
